Kassel, een Romeinse stad hoog op een heuvel

Op 8 augustus 2023 reed ik met de motor van Kortrijk naar het Franse Kassel. Kortrijk, dat wij vooral dankzij de Guldensporenslag en zijn middeleeuwse monumenten kennen,  was tijdens de Romeinse periode een welvarende vicus aan de Leie op het kruispunt van twee Romeinse heirbanen, met name deze tussen Kassel en Tongeren en deze tussen Doornik en Oudenburg. de naam van de nederzetting Cortoriacum dateert van de laat-Romeinse tijd. In de Notitia Dignitatum wordt de infanterie-eenheid  van de de zogenaamde Cortoriacenses vermeld.  Zij waren samen met de Tungrecani verantwoordelijk voor de bewaking van de Romeinse heerbaan tussen Tongeren en Kortrijk. Van de nederzetting hebben echter weinig archeologische restanten de geschiedenis hebben overleefd. Ter hoogte van de Langemeersstraat en de Romeinselaan situeerde zich een Romeins grafveld van de 1ste- tot begin 3de eeuw na Christus.  In 2006 vonden de archeologen resten van aanlegsteigers van een rivierhaven terug. Die zou in gebruik geweest zijn tussen het midden van de eerste eeuw en het derde kwart van de derde eeuw. 

De route die ik wilde volgen was deze van de oude heerbaan die van Keulen via Tongeren en Tienen naar Kortrijk en Kassel liep. Tussen Tienen en Wervik is het verloop van die Romeinse heerbaan nauwelijks nog te volgen. Eeuwen geschiedenis hebben de weg uit het landschap gewist. De reiziger is verplicht een beroep te doen op oude kaarten, de aanwezigheid van Gallo-Romeinse nederzettingen en archeologische aanwijzingen. Zonder een archeologische bevestiging rest er weinig zekerheid. Vandaar dat men gerust kan spreken van een verborgen heerbaan. 

 

Vanaf Wervik liep de Romeinse weg via Steenvoorde naar Kassel. In 1955 schetste Jozef Mertens tussen Wervik en Kassel een rechtlijnig traject dat via Houthem, Reningelst en Steenvoorde loopt. Wegens een gebrek aan solide archeologische aanwijzingen voor het tracé in de richting van Steenvoorde wordt ook dat gedeelte van de weg Kassel-Tongeren soms in vraag gesteld. Hoe dan ook bleef doorheen de geschiedenis een mooi rechtlijnig tracé tussen Reningelst en Kassel grotendeels bewaard. Het was in de oude Brouwerij Mouterij Sint-Joris in Reningelst, waar ze eertijds bijzonder bruin bier in vaten en flesschen produceerden, dat de echte tocht startte.  Een uiterst charmante plekt trouwens voor een kop koffie of een glaasje gerstenat. De foto heel boven toont de heerbaan bij het verlaten van Reningelst in de richting van Wervik.

Binnen het Romeinse wegennetwerk was de heerbaan mogelijk de oorspronkelijke verbinding tussen Boulogne-sur-Mer en Keulen. Later heeft de weg Boulogne-sur-Mer via Bavay naar Keulen economisch een grotere waardering gekregen terwijl Compostellabedevaarders bij voorkeur van Leuven verder naar Brugge reisden om daar de boot te nemen. Dat verklaart wellicht het verdwijnen van een groot gedeelte van de weg sedert de middeleeuwen.

Kassel zelf ligt hoog op een geïsoleerde 176 meter hoge heuvel, die het omliggende landschap domineert. Kassel is het voormalige Castellum Menapiorum, de hoofdstad van de civitas Menapiorum. Als civitas-hoofdplaats was Kassel een echt wegenknooppunt. De stad wordt zowel in het Itinerarium van Antonini als in de Tabula Peutingeriana vermeld. Kassel wordt ook vermeld op het itinerarium van Tongeren dat rond 200 kan worden gedateerd. Vermoedelijk stond hij oorspronkelijk op het forum van Atuatuca. In feite kunnen wij spreken van een reisbeschrijving die de reiziger grondig informeerde over de verschillende trajecten en bijhorende afstanden die in Gallische mijlen of leugae (2222 meter) werden aangeduid. Zijde drie schetste op zijn minst twee secundai­re wegen, één van Kassel tot Arras, een tweede die vertrok vanuit Bavay. Stond de weg van Tongeren via Tienen naar Kassel op één van de zijden die niet bewaard bleven?

Maar liefst zeven routes komen er samen. Zes van de zeven routes bleven bewaard, ook al heeft het asfalt de oorspronkelijke aanleg vervangen. Wegen liepen naar de belangrijke zeehaven Boulogne-sur-Mer, naar Tongeren, de hoofdplaats van de Tungri, via Doornik naar Bavay, de hoofdplaats van de Nervii, via Thérouanne naar Amiens, de hoofdstad van de Ambiani, naar Arras, de hoofdplaats van de Gallische stam der Atrebaten, naar De Panne. Toch bleven weinig archeologische resten van deze belangrijke stad bewaard. Opgravingen in de 19e eeuw brachten een kleine Romeinse necropolis aan het licht, die werd opgevolgd door een Merovingische begraafplaats. In het centrum van de stad vertonen de kasteelmuren
sporen van Romeinse bakstenen. Een deel van de Romeinse omwalling is nog zichtbaar aan de westkant van de heuvel waarop het standbeeld van maarschalk Foch staat (zie foto).