Ontdekking van Romeins legerkamp nabij Hoog Buurlo, Nederland
De regeringsperiode van keizer Marcus Aurelius was van een grote betekenis voor de geschiedenis van onze gewesten. Archeologisch onderzoek toonde aan dat het leger van Marcus Aurelius tussen tussen 170 en 180 na Christus op de heide bij Ermelo-Leuvenum ten noorden van de Rijn gedurende enkele dagen een kamp opsloeg. Het was omringd met een wal en een gracht en besloeg een oppervlakte van net geen negen hectaren. Het marskamp dat werd ontdekt bij Hoog Buurlo was eveneens circa negen hectaren groot. Het was omringd door een verdedigingswal van ongeveer drie meter breed voorafgegaan door een V-vormige gracht van meer dan twee meter diep. Ondanks de beperkte vondsten, vermoeden de archeologen dat ook dit kamp uit de tweede eeuw na Christus dateert. Wat Hoog Buurlo nog meer interessant maakt, is het feit dat het kamp van Ermelo-Leuvenum slechts één dagmars verwijderd was. Beide kampen schenken waardevolle informatie over de Romeinse aanwezigheid ten noorden van de Rijn en de belangrijke routes van die tijd.