In Bonn werd in 1958 tijdens grondwerken in de Koblenzer Strasse (Adenauerallee) een mooi kalkstenen grafmonument van een jonge militair uit Tongeren of omstreken gevonden. Zijn naam was Reburrus. Hij was de zoon van Friatto en ruiter van de ala Frontoniana. De overleden man is boven het grafschrift afgebeeld in een boogvormige nis versierd met gestileerde plantenmotieven. In volle wapenrusting trekt hij te paard tegen de vijand ten strijde. Het pantser (?) en de schouderplaten zijn nauwelijks te onderscheiden. De meeste cavaleristen worden in dergelijke scènes blootshoofds voorgesteld. Reburrus integendeel draagt een paradehelm. Rechts hangt zijn zwaard. Met de linkerhand houdt hij een lang schild dat slechts gedeeltelijk zichtbaar is, met de rechterhand zwaait hij met een lans, klaar om toe te slaan. Het paard is mooi getuigd, de toog met phalerae versierd, op de borst een grote lunula. Het zadel ligt op een versierde deken. Onder het steigerend paard ligt de tegenstander, op de rug neergevallen, wachtend op de fatale slag. Hij probeert zich met zijn schild te beschermen. Met zijn rechterhand zwaait hij met een kort zwaard. Zijn haar, zijn naakte bovenlichaam en zijn schild van laat Latène type verraden zijn Germaanse herkomst. Het beeldhouwwerk is slechts licht beschadigd. Het grafschrift is niet omraamd en werd aangebracht op een zorgvuldig geëffend vlak. Ook de letters zijn verzorgd uitgewerkt. Het is wel sterk fragmentarisch. De onderste regels zijn compleet verdwenen.