Vaders doden hun zonen!

Gepubliceerd op 2 april 2014 om 23:25

Voorstelling van  “Wat doet oorlog met een mens?”, themanummer van het Kunsttijdschrift Vlaanderen, in het Museum Dr. Guislain te Gent, 2 april, 2014.

Soms wordt de vraag gesteld naar de zin en de betekenis van de geschiedenis voor onze zo complexe hedendaagse maatschappij. Het is niet altijd gemakkelijk hierop een goed antwoord te geven. Toch liggen de voorbeelden soms voor het grijpen. Toen Thucydides verslag uitbracht van de krijgsverrichtingen in Corcyra tijdens de Peloponnesische oorlog (431-404 v.C.), schreef  deze Griekse historicus de volgende zinnen neer:

“Er was moord in elke vorm en zoals in zulke omstandigheden pleegt te gebeuren, men ging tot het uiterste en nog verder. Vaders doodden hun zoons, velen werden van de altaren weggesleurd en bij het altaar gedood. Tot zulke excessen van wreedheid kwam deze burgeroorlog.”

 “Vaders doden hun zonen”.

In deze onthutsende zin schuilen alle excessen van het geweld dat ieder samenlevingsverband meedogenloos vernietigt. Zelfs na meer dan 2000 jaar delen deze woorden een mokerslag uit die ieder weldenkend mens aan het denken zet: “Vaders doden hun zonen”…..  De tragedie vandaag in Syrië bewijst het elke dag.

Thucydides beschreef de oorlog niet. Hij analyseerde wat er in een oorlog gebeurt, hij analyseerde de verwildering van de zeden… Hij werd zo de eerste intellectueel die het wezen van het oorlogsgeweld en de daarbij horende desintegratie van een menselijke gemeenschap zo scherp en accuraat beschrijft. De auteur ontleedde minutieus de ontmanteling van de samenleving, van de moraliteit, van de sociale conventies. Iedere vorm van gematigdheid en voorzichtigheid wordt gebannen. Leiders veroorloven zich de verschrikkelijkste dingen. Wanneer alle remmingen over boord worden gegooid slaat de gruwel toe tot in de kern van de samenleving…. “Vaders doden hun zonen” …

100 jaar geleden brak Wereldoorlog I uit. Een periode van vier jaar waanzin brak aan. Met alle herdenkingen van Wereldoorlog I op de achtergrond en de gruwel vandaag in bij voorbeeld Syrië, Somalië of de Centraal-Afrikaanse Republiek in gedachte  wellen spontaan vragen op: “Wat doet een oorlog met een mens? Wat is de impact van een oorlog op de mens in zijn “zijn”? Hoe vernietigt een oorlog menselijk samenleven?” Twee problemen dienen zich steevast aan wanneer wij op die vragen een antwoord willen formuleren. Vooreerst is er het probleem van de waarheid. Steevast is de ‘Waarheid’ het eerste slachtoffer van de oorlog. Emoties, verhullingen en leugens vertroebelen het beeld dat geschiedschrijvers en verslaggevers van haar proberen te krijgen. En tegelijk zijn er de mensen die achter die waarheid schuilgaan, die strijden, lijden en sterven, die overleven en niet in staat blijken haar te onthullen.

Op de tweede plaats is er vervreemding van onze geschiedenis, niet alleen omdat de geschiedenis zich steeds verder van ons verwijdert, maar vooral ook omdat wij onze geschiedenis voortdurend vormgeven. Wij zijn slechts in staat ons verleden te bevatten indien die geschiedenis aansluit bij onze eigen leefwereld. Wij creëren erfgoedlandschappen, musea en memorialen die op een juiste wijze aan het verleden laten herinneren, die pedagogisch verantwoorde gedenkplaatsen zijn. Zij versterken ons begrip van het verleden niet, maar zijn er eerder een vormgegeven substituut voor. En zo leren wij niet meer om na te denken over onze geschiedenis.

De honderdste verjaardag van WOI was voor het Kunsttijdschrift Vlaanderen  te midden van al de herdenkingsplechtigheden een uitstekende aanleiding voor reflectie over oorlogswaanzin. Uiteraard kraakt een oorlog de fysische en psychische weerbaarheid van militairen en burgers. Kinderen zowel als volwassenen lopen onherstelbare schade op. Een samenleving heeft meer dan een generatie nodig om zich te herstellen. Nieuw onderzoek toont aan dat de Tweede Wereldoorlog zelfs decennia nadat deze is afgelopen nog invloed uitoefent op de mentale en fysieke gezondheid van mensen. Vietnamsyndroom, Golfsyndroom, shellshock zijn benamingen voor een reeks posttraumatische stressstoornissen die het gevolg zijn van oorlogservaringen. Oorlog is zo verschrikkelijk dat het de idee van rechtvaardigheid op de helling zet. Trouwens, is een oorlog überhaupt rechtvaardig? En zo ja, tot waar reikt het rechtvaardige handelen in oorlogsomstandigheden? Hierin ligt de tragiek van het conflict, zowel voor de militairen als voor burgers die vaak gedwongen worden een keuze te maken zonder dat je kan weten of die keuze goed of fout is. En eenmaal de oorlog over is blijven de gekwetsten wezenloos achter omdat zij in hun innerlijke er dikwijls niet in slagen de oorlog te beëindigen. Het is naar die tragiek dat Aristoteles verwijst wanneer hij zegt:

“Zij waren echter verloren zodra de oorlog was beëindigd omdat zij het niet verstonden in vrede te leven en omdat zij geen andere kunst hadden beoefend dan de krijgskunst.”