Standpunt

Een overpeinzing

Telkens ik in Rome kom, passeer ik even op de Capitolijnse heuvel om een bezoekje te brengen aan Marcus Aurelius te paard. Waar het ruiterstandbeeld in het antieke Rome stond is niet bekend. De oorspronkelijke sokkel van de 2de eeuw werd in 1663 nabij Sint-Jan van Lateranen teruggevonden in de ruïnes van de villa van Domitia Lucilla, de moeder van de keizer-filosoof. Paus Paulus III , in een vorig leven Alessandro Farnese, liet het in 1538 plaatsen op de Piazza del Campidoglio, midden op het nieuwe plein dat Michelangelo had ontworpen. In 1981 werd het voor restauratiewerkzaamheden naar binnen werd gehaald. Enkele malen heb ik het in het Palazzo Nuovo achter glas bewonderd. Tegenwoordig prijkt het op de centrale plaats in de nieuwe glazen binnenhal van het Palazzo dei Conservatori, een schitterend museum waar je ook de fundamenten van de tempel van Iupiter Capitolinus nog kan ontdekken. Buiten op de Campidoglio staat ondertussen een exacte kopie van het ruiterstandbeeld. Ik kan daar mee leven.

Lees meer »

Reizen in eigen streek

De Romeinse elite ondernam soms verre reizen. Onder meer van M. Tullius Cicero weten wij dat hij voor langere tijd een studiereis naar Griekenland ondernam. Ook toeristische reizen bleken bijzonder populair. Reisimpressies of reisverslagen daarvan bleven nauwelijks bewaard. Een uitzondering daarop vormt een satire van de dichter Horatius. In 37 v.C. reisde hij in het kader van een diplomatieke missie samen met Vergilius en Maecenas over de de Via Appia naar Brindisi.

Lees meer »

Het graf van de schilder

Talrijke sporen uit ons verleden gaan door allerlei omstandigheden definitief verloren voor het nageslacht. Ook de tumuli ontsnappen niet aan deze realiteit. Een treffend en tragisch voorbeeld daarvan zijn de drie tumuli van Sint-Huibrechts-Hern. Sedert het archeologisch onderzoek van deze drie grafheuvels op het einde van de 19de eeuw zijn zij samen met bijna de volledige grafinhoud verloren gegaan. De tumuli van Sint-Huibrechts-Hern lagen langs de Tomstraat in het zogenaamde ‘Tombosch’ langs de Romeinse weg Bilzen-Waremme, zo schrijft de Tongerse archeoloog F. Huybrigts.  

Lees meer »

Sehnsucht nach Rom

Het einde van de 18e en het begin van de 19e eeuw wordt gekenmerkt door een verlangen naar Italië, naar Rome en naar klassieke oudheden. Talrijke dichters, schilders, beeldhouwers en architecten trokken er naar toe.  Onder hen was ook Johann Wolfgang von Goethe. Het verlangen naar Italië en bijzonder naar Rome werd sinds Goethe's Italiaanse reis een topos, ook de belichaming van het klassieke onderwijs bij uitstek. De ‘Italienische Reise’ van Goethe is waarschijnlijk de meest bekende van al de Italiaanse reisbeschrijvingen.

Lees meer »

Een tumulus bij Genoels-Elderen

Bij Genoels-Elderen denkt iedereen ongetwijfeld aan het wijnkasteel. In een vakantieperiode in tijden van Covid-19 is dat uiteraard gerechtvaardigd. Hemelse dranken en verstrooiing gaan vaak samen. Het kasteel ziet er schitterend uit en zijn wijngaarden beloven jaar na jaar uitstekende wijnen.

Lees meer »

Over Montesquieu en Cicero

Ik was deze avond wat aan het grasduinen in Charles-Louis de Montesquieu, Considérations sur les causes de la grandeur des Romains et de leur décadence, onder meer uitgegeven in Parijs bij Huart et Moreau fils in 1748. Montesquieu (1669-1755) had met dat boek niet alleen een befaamd essay geschreven over het Romeinse rijk. Bovendien verwees hij in zijn politieke geschriften zoals De l'esprit des lois (1748) geregeld naar staatkundige concepten en ontwikkelingen in de antieke oudheid. Onder meer prees hij in hoofdstuk twee van deze laatste studie het hoge democratisch gehalte zowel van de Atheense constitutie als van de Romeinse republiek.

Lees meer »

Jules-Marie Canneel en de Santa Maria degli Angeli

In december 2015 verscheen op een veilingsite een klein werkje van de hand van Jules-Marie Canneel (1881-1953). Het was getiteld ‘Rome, 1940’. Jules-Marie Canneel was lid van een niet onverdienstelijke Gentse kunstenaarsfamilie waartoe ook Marcel, Jean en Eugène Canneel hoorden. Als post-impressionistisch schilder, aquarellist en tekenaar maakte hij nogal wat reizen die hem onder meer in Rome brachten.

Lees meer »

Een corrida in Arles

De moderne mens kan moeilijk bevatten welke sfeer er tijdens de gladiatorenspelen in de Romeinse arena's heerste. In mijn jeugdjaren had ik het geluk een stierencorrida bij te wonen in het antieke amfitheater van Arles.  Eigenlijk was het een spektakel waarbij behendige ongewapende jongelingen de imposante zwarte stier van de Camargue uitdaagden. Het was een spektakel in een antieke arena waar de opwinding van de Romeinse venationes heerste.

Lees meer »

Hanengevechten in de antieke wereld

Ik heb altijd iets met vechthanen gehad. Het zijn de meest edele en trotse hoenders, gespierd en hoog op de poten. De Belgische vechter kent drie varianten, de Brugse vechter, de Tiense vechter en de Luikse vechter. Het zijn zonder onderscheid krachtige en onverschrokken dieren. En zij hebben bovendien een lange geschiedenis. Uit de schaarse bronnen blijkt duidelijk dat hanengevechten ook in West-Europa een eeuwenlange traditie kennen. De geschiedenis van dit inmiddels verboden volksvermaak kunnen wij tot in de antieke oudheid volgen.

Lees meer »

Het altaar van Catius Drousus

In 1993 behaalde ik onder leiding van Professor Hubert Devijver mijn doctoraat met een verhandeling over ‘De Tungri in het Imperium Romanum tijdens het Principaat’. Hierin verdedigde ik op pagina 92 de these dat het antieke Tongeren het statuut van een municipium bezat. Mijn argumenten waren  gebaseerd op het feit dat Atuatuca, zoals Tongeren toen heette, de hoofdstad was van een bestuursdistrict en een municipaal bestuur bezat. De bouw van de Romeinse muur tijdens de 2de eeuw betekende de bevestiging van dit statuut. Daarbij maakte ik de vergelijking met andere bestuurlijke hoofdsteden zoals municipium Batavorum (Nijmegen), Colonia Ulpia Traiana (Xanten), Colonia Claudia Ara Agrippinensium (Keulen) en Colonia Augusta Treverorum (Trier).

Lees meer »

De Romeinse weg tussen Bavay en Trier

Eén van de belangrijke Romeinse wegen door België liep van Bavay naar Trier. Deze weg tekent zich ook vandaag nog kilometers ver in het landschap af, nu eens als een openbare weg, dan weer als een landweg nu eens onverhard, dan weer met een stevige laag kiezel. Op sommige plaatsen is hij niet meer dan een scheidslijn tussen twee landbouwpercelen, zichtbaar door de verschillende teelten en struikenrijen. In Feignies en Beaumont draagt de weg de naam  Chaussée Brunehault, in Thuin rue Brunehault.

Lees meer »

De Gallo-Romeinse villa van Anthée

Een fiets brengt een mens op plaatsen waar een auto nooit geraakt. Dat geldt vaak voor archeologische sites. Op het einde van de 19de eeuw werden in het Naamse dorpje Anthée de resten van een reusachtige Gallo-Romeinse villa ontdekt. De oorsprong van de landbouwwinning dateert uit de tijd van de Flavische keizers (periode 69 na Chr. - 96 na Chr.) en werd in de jaren 1980 hernieuwd opgegraven. De villa van Anthée is met een lengte van circa 900 meter veruit één van de grootste villa’s van België. De villa lag aan een diverticulum van de Romeinse weg die Bavay met Trier verbond. De villa van Anthée werd in 267 na Chr. door de invallen van de barbaren verwoest.

Lees meer »