Standpunt

Een netwerk van Canon van Vlaanderen-musea

In zijn column “ Waarom een Nationaal Historisch Museum gedoemd is te mislukken” (HP/De Tijd, 20/02/2020) schreef Ilja Leonard Pfeiffer enkele interessante bedenkingen neer: ‘Wat ons wantrouwend zou moeten stemmen, is dat het initiatief voor het Nationale Historische Museum telkens weer vanuit de politiek komt en ook telkens weer van partijen als de SP en het CDA, die in cultureel opzicht conservatief zijn.’ Verder schrijft hij: ‘Het politieke initiatief voor een Nationaal Identiteitsmuseum is net zoiets als een verplichte inburgeringscursus: een krampachtige poging om onze gezonde Hollandse volksaard te behoeden voor invloeden van buitenaf. Het is een culturele manier om grenzen te sluiten voor de boze buitenwereld. Daarmee is het museum ook bij voorbaat tot mislukken gedoemd, want de geschiedenis, die daar te beleven zou moeten zijn, laat nu juist zien dat Nederland nooit een geïsoleerd en van vreemde volkeren gevrijwaarde oase is geweest. Onze geschiedenis is internationaal. Onze geschiedenis toont aan dat een Nationaal Historisch Museum een kunstmatige constructie zou zijn.’ Daarmee is al veel gezegd!

Lees meer »

De Romeinse weg tussen Tongeren en Sint-Truiden

Het Romeinse wegennetwerk rond Tongeren vormt één van de belangrijkste historische en archeologische relicten die het landschap rond de oudste stad van België mee hebben vormgegeven. Het maakt deel uit van een groot en complex netwerk van (water)wegen, dat Rome verbond met de verste uithoeken van het Romeinse rijk. Zij weerspiegelden de politieke en militaire doelstellingen van de Romeinse overheid. Wegen waren voor de Romeinen een middel om de macht over een regio te verzekeren. Men spreekt in dat verband trouwens terecht van militaire wegen. Maar zij droegen evenzeer bij tot het civiele verkeer, de economische verbinding tussen de verschillende regio's, de communicatie van de imperiale administratie via de cursus publicus en de uitbouw van de militaire stationes, de eenheid van het Imperium Romanum.

Lees meer »

De grafheuvels van Heers

De tumuli van Gutschoven en Vechmaal , deelgemeenten van Heers, zijn belangrijke bezienswaardigheden en herkenningspunten in het weidse Haspengouwse landschap. Dergelijke grafheuvels zijn zeer karakteristiek voor de civitas Tungrorum. Hoewel zij oorspronkelijk opgericht werden als markante grafmonumenten voor een Gallo-Romeinse elite, is de lokale bevolking van de regio zich daar vaak niet langer meer van bewust. Deze twee erfgoedrelicten zijn eigendom van de provincie Limburg. Beide zijn beschermd als monument en liggen in een beschermd dorpsgezicht.

Lees meer »

Bokrijk oubollig? Kom eens kijken

In het huidige debat rond cultuurbeleid en kunsten duikt Bokrijk te pas en te onpas op. Telkens wordt verwezen naar zijn oubollige en achterhaalde karakter waarvoor de ‘echte’ cultuursector uiteraard bijzonder beducht is. Ook de recente opiniestukken van Jan Goossens en Steven Vande Moortele zijn daar een mooi voorbeeld van. Maar kennen zij, net als vele andere cultuurmakers, dat prachtige museum wel? Het is een vraag die ik mij geregeld stel. Tussen 1998 en 2009 heb ik in het Openluchtmuseum Bokrijk gewerkt als collectiebeheerder. Ik moet toegeven dat de eerste conservator en heemkundige, Jozef Weyns (1913-1974), het ons niet gemakkelijk heeft gemaakt met zijn concept van Bokrijk als een museum voor de echte Vlaamse volkscultuur die geworteld was in het authentieke boerenleven ! Dat concept schreef hij onder meer neer in het boek ‘Bokrijk, tuin van de Vlaamse Volkscultuur’ van 1961. Zijn voorliefde voor de Vlaamse folklore, zijn geschriften, zoals het ‘Bakhuis van mijn vader’ en zijn lof op ‘Haard en Heem’ illustreren dat hij er op zijn zachtst gezegd nogal conservatieve ideeën op na hield. Dat beeld, dat Jozef Weyns van Bokrijk creëerde, leeft 45 jaar na zijn overlijden nog steeds door!

Lees meer »

De Romeinse invalswegen van Tongeren ten westen van de stad

In een artikel verschenen in Limburg-het Oude Land van Loon in 2013 wezen wij er op dat Romeinse wegen vaak niet meer herkenbaar zijn. Dat wordt verklaard door het feit dat de geschiedenis van wegen een dynamische geschiedenis is. Het (voort-)bestaan van een weg is immers onderhevig aan talrijke factoren die met nagenoeg exclusief menselijke bedrijvigheid te maken hebben. In het verleden ging dat vooral om bestuurlijke en militaire initiatieven, handel, religie en pelgrimage, en zo voort. Dat zorgde geleidelijk voor aanpassingen en veranderingen. Zo lang de dynamiek van een weg in lijn was met de menselijke behoeften, bleven zij in gebruik.

Lees meer »

Het Fruitspoor

Het Fruitspoor heeft als industrieel monument een belangrijk erfgoed-toeristisch potentieel. Alleen is dat bij zo weinig mensen bekend. Het is dus niet verwonderlijk dat er zo weinig aandacht voor is en dat reeds heel wat stationsgebouwen werden afgebroken. In de archieven bevindt zich nog vrij veel informatie over de stations en hun omgevingen die langs het Fruitspoor werden gebouwd. Tot op heden waren zij nauwelijks voorwerp van onderzoek.

Lees meer »

Wat betekent de brand van Notre-Dame voor ons erfgoed?

Telkens wanneer ik de afgelopen jaren Parijs bezocht, viel het mij op hoeveel mensen er aan de Seine en op het plein voor de Notre Dame wandelden, zaten, genoten, foto’s trokken, en telkens met die bewonderende blik gericht dat iconische voorfront met zijn majestueuze torens. En dan die brand, niet alleen voor ongelooflijk veel Fransen, maar voor iedereen die ooit in de schaduw van de kathedraal heeft vertoefd, een waar drama. Dat zovelen geschoikt zijn is niet alleen een gevolg van al die persoonlijke herinneringen maar ook van het feit dat de Notre Dame terecht wordt beschouwd als een symbool van onze de Europese cultuur. Deze brand is geen geïsoleerd gebeurtenis. De Sint Pieterskerk in Oostende ging eind 19de eeuw in de vlammen op. In Antwerpen vielen de Sint-Pauluskerk in 1968 en de Carolus Borromeuskerk in 2009 ook al ten prooi aan het vuur. Ik denk verder nog even aan de brand van het kasteel van Alden Biesen in 1971 en van de abdij van Sint-Truiden in 1975. Telkens gaat het om toperfgoed dat het beeld van onze gemeenten en steden bepaalt.

Lees meer »

δῆμος (dèmos), wij het volk !

Nog nooit voor zover ik mij herinner, werd over de democratie als staatsvorm zo veel gedebatteerd als de laatste jaren. Ongetwijfeld heeft dat te maken met de druk die op deze regeringsvorm rust. Van alle regeringsvormen is de democratie de minst slechte, maar ongetwijfeld ook de moeilijkste. Dat wisten de politieke denkers uit de oudheid reeds.

Lees meer »

Omtrent Augustus. Tacitus aan Bart de Wever

Geschiedenis is reeds vaak gebruikt om politieke macht te legitimeren of een bepaalde politiek te justifiëren. Het verleden kan immers voor zowat elk doel worden gebruikt of misbruikt. Ook voor de geschiedenis van de oudheid geldt dat, misschien zelfs nog meer omdat het al zo lang geleden is en de bronnen bovendien zo schaars zijn.

Lees meer »

Jodocus Sebastiaen Van den Abeele en het graf van de Plautii

Tijdens een veiling van een Brussels huis in 2014 werd een olieverfschilderij op doek te koop aangeboden, beschreven als ‘Conversatie onder de toren’ van de hand van de Belgische schilder Jodocus Sebastiaen Van den Abeele of Josse-Sébastien van den Abeele (1797-1855). Het werk was getekend en gedateerd: Van den Abeele 1838. Deze van Gent afkomstige neoclassicistische schilder van landschappen, portretten en historische taferelen verbleef verscheidene jaren (1824-1836) in Italië. Tijdens dat verblijf en kort erna schilderde hij een reeks werken waarop monumenten uit de antieke oudheid figureerden, onder meer ‘Het Forum Romanum’, ‘Gezicht op het Colosseum in Rome’ (1837) en deze ‘Conversatie onder de toren’. Voor Van den Abeele waren Romeinse monumenten, landschappen en hun bewoners een ongelooflijk rijke bron.

Lees meer »