Reizen in eigen streek

Gepubliceerd op 2 augustus 2020 om 16:36

De Romeinse elite ondernam soms verre reizen. Onder meer van M. Tullius Cicero weten wij dat hij voor langere tijd een studiereis naar Griekenland ondernam. Ook toeristische reizen bleken bijzonder populair. Reisimpressies of reisverslagen daarvan bleven nauwelijks bewaard. Een uitzondering daarop vormt een satire van de dichter Horatius. In 37 v.C. reisde hij in het kader van een diplomatieke missie samen met Vergilius en Maecenas over de de Via Appia naar Brindisi.

In een brief aan een zekere Gallus schrijft Plinius Minor[1] dat die verre reizen ons al het moois in eigen streek doet vergeten:

Beste Gallus,

Bezienswaardigheden waarvoor we op reis gaan, waarvoor we de zee oversteken om ze te leren kennen, die interesseren ons niet als ze vlak onder onze ogen liggen. Misschien omdat de natuur het zo heeft geregeld dat we niet nieuwsgierig zijn naar wat binnen ons bereik is en op zoek gaan naar wat er ver weg ligt, of omdat het verlangen naar alle mogelijke zaken afzwakt wanneer er gemakkelijk aan te komen is, wellicht ook omdat we het gewoon zijn voor ons uit te schuiven in de gedachte dat we later nog vaak genoeg gaan kijken naar iets wat je kunt bezoeken zodra je daar zin in hebt om het te zien.

Hoe dan ook, een heleboel dingen in onze stad en daar vlak bij hebben wij nooit gezien en kennen wij zelfs niet van horen zeggen. Maar waren ze te vinden geweest in Griekenland, Egypte, Azië of om het even welk ander land dat een bakermat is van natuurwonderen en daar reclame mee maakt, dan zouden wij er van hebben gehoord, er uitvoerig over hebben gelezen, ze hebben bezichtigd. Zelf heb ik in elk geval nu pas iets waar ik nooit van had gehoord en wat ik nooit had gezien op hetzelfde moment gehoord en gezien.

Men zou het niet zo dadelijk verwachten. Ook bij de welgestelde Romeinen waren cultuurreizen belangrijk en werd daarvoor op een of andere wijze publiciteit gemaakt. Ongetwijfeld zal de Gallo-Romeinse elite op dat vlak niet wezenlijk verschillen van de Romeinse. Het reliëf van een carruca of Romeinse reiswagen dat wordt bewaard in het Musée Calvet in Avignon toont dat duidelijk aan.

 

[1] Plinius Minor, Epistulae, 8, 20-1-4 (vert. Ton Peters, 2001)

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.