δῆμος (dèmos), wij het volk !

Gepubliceerd op 21 januari 2017 om 17:25

Nog nooit voor zover ik mij herinner, werd over de democratie als staatsvorm zo veel gedebatteerd als de laatste jaren. Ongetwijfeld heeft dat te maken met de druk die op deze regeringsvorm rust. Van alle regeringsvormen is de democratie de minst slechte, maar ongetwijfeld ook de moeilijkste. Dat wisten de politieke denkers uit de oudheid reeds.

In een interview met de Standaard (24/24-12-2016) maakte Rob Riemen een duidelijk onderscheid tussen democratie en massademocratie. Terwijl de eerste word gevormd door gemotiveerde keuzes op grond van genuanceerde debatten wordt de laatste gestuwd door onze instincten zoals angst, begeerte, xenofobie en gevoed door de opkomst van het internationaal populisme in de politiek. Het is geen fenomeen van vandaag. Handige volksmenners hebben steeds getracht de bevolking met een dubieus en polariserend discours aan hun kant te krijgen. In een brief van juli 59 v.C. schreef bij voorbeeld Cicero (Ad. Att., 2, 19) aan zijn goede vriend Atticus: “De ‘populisten’ hebben zelfs kalme burgers leren sissen”. Onze democratie is net als onze vrijheid niet evident. Het is in ons aller belang dat wij ons daarvan bewust zijn en omzichtig omspringen met die bijzondere historische erfenis die de Grieken ons hebben nagelaten.

Ik vond het fijn om lezen hoe president Barack Obama in zijn ‘Griekse Rede’ van 16 november 2016 (https://www.youtube.com/watch?v=xKirW7AQ2oo), die hij uitsprak in Athene tijdens zijn laatste internationale reis, verwees naar de uitzonderlijke historische bijdrage van Griekenland aan de democratie. Het was voor mij als historicus van de oudheid één van de hoogtepunten van het jaar:

“Most of all, we’re indebted to Greece for the most precious of gifts -- the truth, the understanding that as individuals of free will, we have the right and the capacity to govern ourselves. For it was here, 25 centuries ago, in the rocky hills of this city, that a new idea emerged. Demokratia. Kratos -- the power, the right to rule -- comes from demos -- the people. The notion that we are citizens -- not servants, but stewards of our society. The concept of citizenship -- that we have both rights and responsibilities. The belief in equality before the law -- not just for a few, but for the many; not just for the majority, but also the minority. These are all concepts that grew out of this rocky soil."

De rede van president Obama was een hymne aan en een lofzang op de democratie, op de demos, de staat, de burger, de gemeenschap. Het is niet belangrijk wie er staatshoofd, president of eerste minister is; het belangrijkste in de democratie is de burger. Om het met de woorden van president Obama te zeggen: “Power and progress will always come from the demos, from we the people.

Omdat het Grieks en in mindere mate het Latijn aan belang hebben ingeboet, weten jonge mensen vandaag nauwelijks nog wat die fameuze bijdrage van de Grieken aan de democratie inhoudt. Welnu, als er één zaak is die de Grieken aan onze cultuur hebben bijgedragen, dan is dat wel het voortdurende debat over de ideale staatsvorm. Griekse filosofen en historici hebben de discussie hierover ten gronde gestoffeerd, zelfs in die zin dat hun intellectuele nalatenschap tot de dag van vandaag zijn invloed laat gelden. Herodotus van Halicarnassus, de vader van de geschiedschrijving, moet zowat de eerste geweest zijn die een definitie van de democratie gaf: “Als het volk de macht bezit, dan draagt dit bewind de allerschoonste naam: democratie!” Plato wijdde er met zijn ‘Politeia’ een hele dialoog aan. Hierin gingen de deelnemers aan het debat onder leiding van Socrates op zoek naar de ideale staat, die gestoeld was op rechtvaardigheid. Aristoteles, die zeker door de beide denkers werd beïnvloed, volgde enige tijd later. In zijn verhandeling over de staat onderzocht hij de wezenskenmerken van de verschillende staatsvormen. Maar de opdracht was niet gemakkelijk.

In de tweede helft van de 5de eeuw kwam het experiment van de democratie in Athene tot volle ontwikkeling en rijpheid. In 431 v.C. sprak Pericles zijn beroemde en indrukwekkende lijkrede uit ter ere van de gesneuvelden in het eerste jaar van de oorlog met Sparta. Het centrale thema van deze redevoering ligt in de eendracht en de samenhorigheid van de gemeenschap. Deze redevoering is een echte icoon! Eén van de kernpassages zoals die door Thucydides werd weergegeven, luidt als volgt:

"Wij hebben een staatsvorm, die niet een navolging is van de wetten onzer naburen; een voorbeeld zijn wij veeleer zelf voor menig ander, dan dat anderen ons tot voorbeeld strekken. Zijn naam is volksregering, omdat invloed op staatszaken bij ons niet een voorrecht is van weinigen, maar een recht van velen. In geschillen tussen burgers geldt voor àllen gelijkheid voor de wetten en met de maatschappelijke beoordeling staat het zo: heeft iemand om iets een bijzonder aanzien, dan dankt hij een hogere onderscheiding in het openbare leven minder aan zijn klasse dan aan zijn persoonlijke verdienste. Armoede is geen schande; voor ieder, hoe arm ook, staat de mogelijkheid open, de gemeenschap te dienen ... zo hij dat kan. Vrij leven wij als burgers in onze gemeenschap en in het dagelijks leven remmen wij niet elkaars gedragingen door spiedende argwaan, want wij zijn niet gemelijk over onze naaste, die zich eens buiten de conventies stelt; zelfs onze blik, die wel niet straffen, maar pijnlijk steken kan, verraadt daarover geen wrevel. Zonder ergernis dus in ons persoonlijk verkeer, begaan wij als burgers, vooral uit diep ontzag, geen wetsovertreding, gehoorzaam aan de opeenvolgende overheden en aan de wetten." (vertaling D. Loenen)

Wie deze opwindende lofzang nauwkeurig leest haalt er onmiddellijk de kernelementen uit: zin voor democratie, gelijkwaardigheid van burgers, dienstbaarheid aan de gemeenschap, vrijheid van persoon, respect voor de wetten. Het zijn stuk voor stuk voortreffelijke pijlers die een democratie schragen en waarvoor wij allen verantwoordelijk zijn, al was het maar door aan iedereen de kans en de ruimte te geven aan de maatschappij deel te nemen. Iedere burger moet zijn actieve verantwoordelijkheid opnemen, zo leren ons de tragedies van Aeschylos. Die bijzondere verantwoordelijkheid ten opzichte van de gemeenschap geeft inhoud aan het begrip ‘burgerzin’. Men kan slechts burger zijn in zover men zich niet aan zijn plichten ten aanzien van de gemeenschap onttrekt. Wie die verantwoordelijkheid ontwijkt ondergraaft de fundamenten van de democratie zelf.

De democratie van de Atheners was een elitaire democratie. Zij beperkte zich telkens en exclusief tot de rechten van de mannelijke burgers. Maar met de ideeën die de Atheners ontwikkelden, waren zij niet alleen een leerschool voor Hellas, maar voor de hele wereld, tot de dag van vandaag. De ideeën van gelijkheid en vrijheid, die in deze schitterende rede worden geformuleerd, liggen aan de grondslag van de Westerse democratieën. Moet het gezegd worden dat de essentie van de democratie zich voornamelijk situeert in het respect voor de morele en geestelijke waarden die wij ons zelf moeten eigen maken? De democratie laat ons toe onszelf als mens te verheffen, weg van angst, hebzucht, extremisme of xenofobie. De democratie laat ons toe te leven in gemeenschap, vrij van argwaan ten aanzien van mensen die anders zijn dan wij! De democratie, ten slotte, vraagt ons respect voor en gehoorzaamheid aan de wetten. In “De smekelingen” roemt Euripides de Atheense democratie en beschrijft hij Athene als hoedster van de rechtsorde. Door haar democratische staatsvorm bezit deze polis een unieke politieke en culturele superioriteit. Het is die rol die ook de westerse democratieën zichzelf toemeten. Indien zij de fundamentele waarden gestoeld op burgerzin, humaniteit en verantwoordelijkheid niet langer verdedigen en er niet langer naar handelen, verliezen zij ook hun legitieme positie. “De smekelingen” werd omstreeks 420 v.C. geschreven, maar blijkt ook vandaag een haarscherpe analyse van de wijze waarop onze westerse democratie, door de steeds onoverzichtelijker wordende internationale politieke situatie, onder druk komt te staan. Wanneer men de politieke discussies van de laatste tijd over de eigen cultuur, de rol van de (nationale) staat, het internationale terrorisme, de oorlogsdrama’s in Syrië en Irak, in Zuid-Sudan, in Noord-Nigeria en elders, de vluchtelingencrisis, en zo voort een beetje van op afstand bekijken, dan lijken wij ons moreel kompas kwijt te zijn en ons terug te plooien op massademocratie, gevoed door een bijzonder giftig populisme.

 

Foto: Uitpers