De archeologen die het thermopolium in Pompeï vonden, suggereren dat er kip en gans op het menu stond. Maar zij vonden geen kippenbotjes terug, wel botfragmenten van eend, varken, en geit evenals vis en schelpdieren in potten van aardewerk. Hoe dan ook, kip gold als een echte delicatesse, zo zagen wij reeds in 'Een kippige kwestie'. Maar haantjes van het landhoentype zorgden even vaak voor vermaak !
De kampzucht van hanen is spreekwoordelijk. Hanengevechten kennen vooral in de Aziatische landen een eeuwenlange traditie. Men vindt er bovendien de beste vechtrassen. Vanuit Azië verspreidden zij zich naar Europa en Amerika. Ook het gebruik om de dieren sporen aan te binden, vond vrij vroeg ingang. De mesjes worden in Indonesië kotak taji genoemd en worden bewaard in kunstzinnige kokertjes, vaak van zeer expressief snijwerk.
Uit de schaarse bronnen blijkt dat hanengevechten ook in West-Europa een eeuwenlange traditie kennen. In Griekenland verschenen de gedomesticeerde hoenders tussen het einde van het 2de millennium en het 1ste millennium v. Chr., terwijl tussen de 7de en de 3de eeuw v. Chr. afbeeldingen van hanen en hennen frequent vaatwerk en munten decoreerden. Sedert de Perzische oorlogen (ca. 5de eeuw v.Chr.) waren hanengevechten in Griekenland een geliefd tijdverdrijf voor de jeugd. Themistokles organiseerde in Athene van staatswege hanengevechten. Het waren publieke vermakelijkheden, die er in het theater van Dionysos of ook in de sportscholen werden gehouden. Hun populariteit blijkt uit de talrijke voorstellingen van vechtende hanen op vazen, reliëfs, gemmen, enz. Xenophon vermeldt in Het gastmaal dat men vechthanen knoflook voerde om de strijdlust te vergroten. Wat de Griekse Oudheid betreft, is het voorts bekend dat gereputeerde vechthanen werden gefokt op Rhodos evenals in Tanagra en Alexandria.
Ook de Galliërs bezaten hoenders. Caesar vermeldt dat de Britten kippen hielden, weliswaar enkel voor hun plezier. Het is evenwel niet duidelijk of Caesar hier daadwerkelijk hanengevechten mee bedoelt. De aanwezigheid van hoenders in onze gewesten wordt één enkele maal door de archeologie bevestigd. In de (Gallo-)Romeinse samenleving waren hanengevechten erg populair. Zij zijn in zekere zin verwant aan de venationes of de jachten op wilde dieren waarvan de dierengevechten een belangrijk onderdeel waren. Het is dus niet verwonderlijk dat in de stadswijken van bijvoorbeeld Rome ook hanengevechten werden georganiseerd. De voorstellingen op onder meer mozaïeken tonen de populariteit ervan aan. De Romeinen zouden tenslotte artificiële sporen en georganiseerde hanengevechten algemeen geïntroduceerd hebben.
In De Ordine beschrijft St.-Augustinus van Hippo (354-430) een hanengevecht op een erf. Het was voor alle duidelijkheid geen georganiseerd gevecht. Belangrijk zijn echter de vragen die hij in relatie hiermee sgelde: “Waarom vechten hanen?” en “Waarom zijn mensen zo gefascineerd door hanengevechten?” Bijzonder de tweede vraag illustreert hoe dit volksvermaak in de vierde en de vijfde eeuw een ruime belangstelling kende.
Het is opmerkelijk dat St.-Augustinus het hanengevecht in verband bracht met prostitutie. En zo worden hanengevechten een metafoor voor de verlokkingen van het vlees en zonde in het algemeen.