Het Fruitspoor

Haspengouw kent een uiteenlopend pakket aan toeristische activiteiten. Deze zijn tot op heden vaak weinig complementair en fragmentair. Daarom is er is nood aan een echt innoverend project dat de verschillende componenten met elkaar verbindt.  Het zogenaamd Fruitspoor, een oude spoorlijn tussen Tongeren en Drieslinter, heeft dat potentieel. Bovendien verbindt het Fruitspoor de drie belangrijkste steden in Haspengouw, met name Tongeren, Borgloon en Sint-Truiden. Tegelijk is deze spoorlijn organisch verbonden met de Suikertram, tramlijn 495 die liep Hasselt via Borgloon naar Oerle of Oreye. 

Het Provinciebestuur van Limburg wil samen met Visist Limburg  het potentieel van cultuur- en erfgoedtoerisme sterk ondersteunen. Eén van de elementen daarin is het Landschapspark Hart van Haspengouw. Mooie fiets- en wandelroutes vormen daarvoor verder een waardevolle hefboom. Eén van de ambities van het Fruitspoor ligt in het bewaren van historische elementen. Het project heeft tot doel hierrond de nodige kennis samen te brengen en een grondige inventaris op te stellen van het aanwezige erfgoed.

De provincie en Visit Limburg stelden voor het project een team van architecten en merkbouwers samen om het ambitieuze project uit te werken. De eerste stappen richting de nieuwe fietsroute zullen worden gezet aan de stationssite van Borgloon. De keuze is niet toevallig. Het stationskwartier van Borgloon (1879-1968) is een uitstekend voorbeeld van een klein station waarrond zich een industriële site heeft ontwikkeld. De geschiedenis van de stad is exemplarisch voor de ontwikkeling die de regio heeft door gemaakt dankzij de ontwikkeling van de fruitteelt en fruitindustrie.

Dankzij lijn 23 werd Borgloon in 1879 aangesloten op het spoorwegnet. Er vestigden zich drie grote stroopfabrieken in de stationsbuurt: Meeckers-Poncelet, Wijnants-Groenendaels en Charles Wijnants et Soeur. Ook een viertal grote fruithandelaren vestigden er zich. Het goederenstation lag zo aan de basis van een industriezone avant-la-lettre. Wanneer na de 2de wereldoorlog steeds meer fruit via de veilingen wordt verhandeld en het met de stroopproductie bergaf gaat, verliest de stationsbuurt geleidelijk aan belang.