Een fruithandelaar in Arlon

Gepubliceerd op 1 juli 2020 om 12:25

Vorige week fietste ik over de Romeinse weg van Tongeren naar Tienen. De heerbaan loopt door de uitgestrekte fruitplantages van Haspengouw. Poolse seizoenarbeiders werden met de bus aangevoerd om de boomgaarden te verzorgen en het eerste fruit te plukken. 

Tijdens de Romeinse tijd werden gecultiveerde fruitrassen uit het zuiden in onze streken ingevoerd. Het fruit werd verspreid via de Romeinse wegen en geteeld op de grote villadomeinen. Tijdens de oogst plukten de boeren  in hun boomgaarden appelen, peren, kersen, pruimen en zo voort. In de bodemstalen, die tijdens opgravingen worden genomen, vinden de archeologen vandaag de zaden en de pitten er van terug.  Perziken en pruimen waren vóór de 2de eeuw eerder zeldzaam in Gallië. Of de druiventeelt in onze regio sterk ontwikkeld was, is niet waarschijnlijk. In Trier en de Moezelvallei was het echter één van de belangrijkste teelten. Het fruit was bestemd voor eigen gebruik en de lokale markt.

Het Archeologisch Museum van Aarlen bewaart in zijn collectie een mooi grafmonument  dat  ‘Le Pilier du cultivateur’ wordt genoemd. De grafpijler dateert vermoedelijk van de 2de eeuw n.C. wanneer de Pax Romana garant stond voor een stevige economische bloei. De Romeinse vicus van Arlon kende op dat ogenblik een grote welvaart. Eén van de scènes beeldt de overleden boer uit die op de plaatselijke markt zijn appelen aan de man brengt. Achter een fruitkraam staan twee verkopers. Links van hen legt een klant de appels in de plooien van zijn jas die als een boodschappenmand dienst doet. Achter de kooplieden staan ​​bundels groenten. Klaarblijkelijk loopt zijn handeltje goed. In een ander register van de pijler keert de fruithandelaar vermoeid terug van de markt. Zijn paard is slecht aangespannen, de halsband zit net achter het hoofd. Maar zijn mand is leeg, zijn fruit is verkocht. Het waren toch andere tijden.

 

Foto: © IAL, Arlon

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.